Onderscheidend assortiment, eigentijdse vormgeving

Pesten; oorzaken, gevolgen en oplossingen

Pesten blijft een actueel probleem. Ruim een vijfde van de basisschoolleerlingen zegt gepest te worden. In allerlei vormen en heftigheden doet het zich voor. Maar pestgedrag is niet te tolereren!

Pesten; oorzaken, gevolgen en oplossingen

Pesten is
het systematisch, langdurig en herhaald lastig vallen van iemand met de bedoeling de ander pijn te doen. Een veel gebruikte definitie is dat pesten een stelselmatige vorm van agressie is waarbij een of meer personen proberen een ander fysiek, verbaal of psychologisch schade toe te brengen. Bij pesten is de macht ongelijk verdeeld.

Pesten kan vele vormen aannemen:

  • Fysiek: duwen, slaan schoppen, haren trekken
  • Verbaal: roddelen, een bijnaam geven, vervelende opmerkingen maken
  • Emotioneel: negeren, niet mee mogen doen, belachelijk maken


Je kunt ‘direct’ gepest worden in de vorm van bijvoorbeeld slaan of bedreigen. Dat kan waargenomen worden. Als er ‘indirect’ gepest wordt bijvoorbeeld door iemand volledig te negeren of door roddels te verspreiden, is dat dikwijls veel lastiger om vast te stellen.

Kinderen die gepest worden voelen zich zeer ongelukkig, ze vertrouwen bedoelingen van anderen niet en gaan niet graag naar school. Aanhoudend pesten kan tot de volgende gevolgen leiden:

  • Faalangstig en wantrouwend worden
  • Geen zelfvertrouwen hebben
  • Lichamelijke klachten krijgen
  • Dreigen met zelfdoding (en zelfs ertoe overgaan)


Het zal duidelijk zijn dat zo’n persoon op school niet die prestaties zal leveren die op grond van zijn mogelijkheden mogen worden verwacht. Onderpresteerders in de ogen van de ouder(s)/ leerkracht, moeten nauwkeurig worden gevolgd: ‘wat’ kan daar de oorzaak van zijn? Het vermoeden dat er een of meerdere kinderen gepest worden, moet voor de leerkracht al meer dan voldoende reden zijn om zeer alert te zijn op de wijze waarop de kinderen in zijn groep met elkaar omgaan. En het wordt nog lastiger als de pestkop in een andere groep zit….. Als mensen zeggen dat ‘pesten’ erbij hoort onder het mom van daar word je ‘groot’ van en leer je om voor jezelf op te komen, moet dat stevig tegen gesproken worden. Pesten is niet normaal en op geen enkele manier acceptabel.


In de literatuur worden een drietal oorzaken genoemd waardoor een kind gaat pesten. De thuissituatie, de eigenschappen van het kind en de school worden dan genoemd. We gaan er kort nader op in.

Als er in de thuissituatie veel geruzied wordt tussen de ouders, soms zelfs met geweld, dan kan dat een kind ertoe brengen om er zelf ook maar op te slaan. Agressief gedrag moet worden gecorrigeerd. Gebeurt dat niet, dan kan dat zeker als er nog andere risico factoren meespelen (werkeloosheid, echtscheiding, drankmisbruik, drugs e.d.), de weg naar het criminele pad effenen. Het is dus zaak om al ‘vroeg’ in te grijpen in de thuissituatie. Dat is zeker aan de orde als kan worden vastgesteld dat er van de kant van de ouders weinig of geen aandacht en belangstelling is voor het kind. Vooral een gebrek aan genegenheid en warmte in de gezinssituatie is een bron voor wegglijdend gedrag.

Eigenschappen van het kind kunnen het pestgedrag ook veroorzaken. Bazigheid, agressiviteit, verbaal sterk en lichaamsbouw (groot en sterk) kunnen wat dit betreft worden genoemd. En op de een of andere manier lukt het ook niet om met anderen samen te werken. Het lijkt wel of de ander niet geduld wordt en er geen bereidheid is om de inbreng van een ander te accepteren. Zo’n houding zou toch onderkend moeten worden door de leerkracht? Samenwerkingsvormen in de klas, maar zeker in de gymzaal moeten die dominantie toch bloot leggen, zou je zeggen. Pesten jongens vaak op een fysieke manier, meisjes doen dat veel subtieler, maar daardoor (nog) gemener. Briefjes met roddels en uitsluitingen in de groep zijn veel voorkomende uitingen.

Tenslotte kan de school pestgedrag veroorzaken. In hoeverre wordt de school en de directe schoolomgeving als veilig en plezierig ervaren? Dat veronderstelt dat er op de school beleid is geformuleerd en in de praktijk ook wordt gerealiseerd, waardoor het voor alle kinderen een stimulerende en krachtige omgeving is. Dat laat zien dat er aandacht is voor ieder kind, dat er met respect met elkaar wordt omgegaan, dat kinderen zich welkom en gewaardeerd voelen. Dat maakt duidelijk dat de school naast een leeromgeving vooral ook een leefgemeenschap is. En dat is meer dan de moeite waard!

Als het klopt dat zoveel kinderen gepest worden, dan is dat dus een meer dan serieus probleem. We kunnen en mogen daar niet van wegkijken omdat het zowel voor de pester als de gepeste ernstige gevolgen kan hebben. Samenwerking tussen de ouders en de school is het minste dat er moet zijn. En laten we vooral niet te gemakkelijk zeggen: ‘bij mij in de groep wordt er niet gepest’!

Vanaf 2015 worden basisscholen via een wetswijziging verplicht om pesten actief tegen te gaan. Een telling uit 2003 geeft aan dat 67% van de scholen al een of ander programma gebruikt. De gebruikte methode moet ‘bewezen effectief’ te zijn. En hoewel er tientallen methoden bestaan, geldt dat nog voor geen een. Onderzoek op het gebied van antipestmethoden is schaars.

De veel gebruikte kanjertraining is deels gericht op het voorkomen van pesten. De M5 aanpak is specifiek gericht op het stoppen van pestgedrag, evenals Leefstijl.

De M5 aanpak is gebouwd op 4 pijlers, te weten het collectief online melden van pesten, het gebruiken van een pestmeldsysteem, het aanbieden van herstelprogramma’s en het zorgen voor borging en nazorg. Critici zijn niet gelukkig met de aanpak: een digitale brievenbus ontvangt meldingen over incidenten om vervolgens een kind te confronteren met: ‘we hebben dertien meldingen over jou gekregen’. Dit soort methoden hebben kwalijke gevolgen, maar niemand die ze verbiedt, aldus Hoogleraar René Veenstra.

Leefstijl stimuleert kinderen zich te ontwikkelen tot sociaalvaardige, betrokken en zelfstandige volwassenen. Daar wordt al vanaf de kinderopvang/peuterspeelzaal gericht aan gewerkt. Leerkrachten en begeleiders volgen eerst een training die vooral gefocussed is op een visie.

Studies naar de effectiviteit van programma’s hanteren steeds wisselende invalshoeken. De ene meet pestgedrag, de ander richt zich op gesprekken met kinderen die gepest worden, de volgende kijkt naar verbeterd sociaal inzicht bij kinderen, wat niets sluitends over het werkelijk pesten zegt, aldus Ianthe Sahadat in de Volkskrant van 16 november 2013.

Voor alle hiervoor genoemde methoden geldt dat er geen wetenschappelijk bewijs is van de werking van de aanpak. Voor de inmiddels veel gebruikte KiVa-methode ligt dat anders. Deze in Finland ontwikkelde methode – in 2009 bekroond met de European Crime Prevention Award – is op dit moment onderwerp van studie. In 2014 verwacht men er uitspraken over te kunnen doen. De KiVa-methode is gericht op het overbrengen van kennis, het ontwikkelen van vaardigheden en een houding ten aanzien van pesten. Met gebruikmaking van een interactief computerspel, gericht op groepsvorming en het bieden van een veilige leeromgeving, worden doelen bereikt. Van belang is inzicht te krijgen in ‘Wat’ werkt, voor ‘Wie, Wanneer en Waarom’.
85% van de pestincidenten speelt zich buiten ons gezichtsveld af. Leerkrachten geven aan niets te merken van pestgedrag op school en dat klopt dus. Ze weten het niet en kinderen vertellen het ze niet. Een conclusie die wel getrokken kan worden, is dat de huidige benadering van pestgedrag onvoldoende scoort. Dat wordt in de vaststelling dat een vijfde van de basisschool kinderen wordt gepest geadstrueerd. Een antipestmethode moet zich niet alleen op pester en gepeste richten. De hele klas moet erbij worden betrokken. Of dat ‘de sleutel’ voor een effectievere werking is?

En om met het artikel in de Volkskrant te eindigen:
Soms zal er weinig aan pesten te doen zijn. Want zoals de Zweed Olweus twintig jaar geleden al schreef: als pesten de pester een stijging op de sociale ladder oplevert, waarom zou hij er dan mee stoppen? Pesters zijn niet per definitie valse beulen – het zijn vaak de verbaal of fysiek sterkere kinderen in de klas. En zolang het pesten hun zelf geen schade berokkent, ontbreekt de noodzaak om hun gedrag te veranderen.

Wat kun je er op school tegen doen?

  • De meester of juf is de spil. Die moet groepsregels opstellen, kinderen wijzen op de verschillen tussen pesten en plagen, en ingrijpen bij pesten.
  • Stop de meelopers – zij vormen de belangrijkste voedingsbodem voor pesters. Zorg dat de groep zich tegen pesten keert. Stimuleer de neutrale kinderen om in te grijpen.
  • Speel rollenspellen: laat vooral de treiteraar voelen hoe een slachtoffer zich voelt.


De belangrijkste les die we bij het tegengaan van pesten leren, is: richt je niet alleen op een kind en op je groep, maar zorg voor een schoolbrede aanpak waarbinnen de tips hiervoor gegeven mede bepalend zijn voor het succesvol bestrijden van dit verwerpelijk fenomeen!

Peter Verberne


Naschrift:
In het VIVES nummer van november 2013 wordt er aandacht besteed aan het Fins antipestprogramma KiVa.

Het Fins antipestprogramma KiVa vermindert op Nederlandse scholen het aantal pestklachten met meer dan de helft. Dat blijkt uit onderzoek onder hoogleraar sociologie René Veenstra, die 15 oktober zijn oratie hield aan de Rijksuniversiteit Groningen. De Finse aanpak is gericht op bewustwording in de hele klas. Daarmee is de aanpak anders dan veel bestaande programma’s, waarin vooral aandacht wordt besteed aan dader en slachtoffer. KiVa traint ook leraren om pesten beter te herkennen. Veenstra deed onderzoek op 99 scholen: 66 KiVa-scholen en 33 scholen in een controlegroep. Bij de KiVa-scholen daalden het percentage kinderen dat maandelijks of vaker werd gepest in een jaar van 29 naar 13.5 procent. De daling is het sterkst bij kinderen die veel worden gepest. Ook in de controlegroep daalde het aantal pestgevallen, maar beduidend minder. Die daling heeft te maken met de maatschappelijke aandacht voor pesten in het afgelopen jaar.
 

Reacties

Wees de eerste om te reageren...

Laat een reactie achter
* Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.