Onderscheidend assortiment, eigentijdse vormgeving

Faalangstige kinderen

Kort overzichtsartikel over faalangst onder kinderen. Welke vormen van faalangst kennen we? Over prestatiedruk en bewustwording op school. De invloed van te weinig uitdaging versus te hoge verwachtingen, en de acceptatie van het kind. Naar welke signalen moeten we uitkijken? En ter afsluiting, 3 'vluchtige' tips om faalangst bij kinderen te verminderen. Schroom niet om daar waar nodig, professionele hulp in te roepen.

Faalangstig, één op de twaalf!


In het basisonderwijs heeft één op de twaalf (1 op 12!) leerlingen in enige mate last van faalangst: angst om te falen, om iets niet goed te doen. Het gevolg is dat die kinderen minder presteren dan ze in werkelijkheid kunnen. Het verschijnsel komt niet alleen bij de zwakkere leerlingen voor. Het gevolg is een afnemend zelfvertrouwen en mede daardoor ontstaan ook klachten als hoofd- en buikpijn.

3 vormen van faalangst


In de literatuur over faalangst worden drie vormen beschreven die ook in combinatie met elkaar voorkomen: cognitieve faalangst, sociale faalangst en motorische faalangst. Faalangst wordt grotendeels bepaald door schoolse zaken. De persoonlijkheid van het kind speelt in dit verband een rol. Er zijn kinderen die al vanaf de geboorte met een angstgevoel te maken hebben. Erfelijkheid speelt daarbij een rol, maar ook psychische stoornissen en traumatische ervaringen. Is dat het geval, dan is in de meeste gevallen professionele hulp nodig.

Prestatiedruk op school


De school is bij uitstek een plaats waar faalangst bij een kind ontstaat. Daar moet je presteren en daar moet je voldoen aan een gestelde norm. Invloed op het ontwikkelen van faalangst hebben vooral de houding van de leerkracht, maar ook de sfeer in de groep/ in de klas en in de school. Altijd de eerste willen zijn of ‘de beste’ eist zijn tol. Geen pleidooi om ‘de lat’ niet hoog te leggen. Maar wel voor het vaststellen van passende ambities bij ieder kind.

Bewustwording school en leerkracht


Dat de school en de leerkracht invloed hebben op ‘gewenst gedrag’, is een open deur. Maar is hij/zij zich daar altijd van bewust? Hoe stimuleert hij zijn leerlingen? Ontstaat er een competitie waarin de aandacht en waardering vooral uitgaat naar de beste of de eerste? Of creëert de leerkracht een werksfeer waar leerlingen zich uitgedaagd en gewaardeerd voelen? Waarin er ruimte is voor persoonlijke bemoeienis en zorg? Waar kinderen zich veilig voelen en waarin de nadruk niet ligt op wat de kinderen ‘niet’ kunnen, maar juist waarin ze zich manifesteren in wat ze wél kunnen? Een klimaat ontwikkelen waarin leerlingen zich prettig en veilig voelen, is een eerste stap om faalangst te voorkomen. Daar heeft een leerkracht duidelijk invloed op. Afgezien van de wijze waarop ‘instructies’ plaats vinden – duidelijk, rekening houdend met de verschillende niveaus in de groep, met een vaste, herkenbare structuur – is de focus van de leerkracht bepalend. Is die gericht op het welbevinden van de leerling, of ……. zwart-wit-geformuleerd ….. is die gericht op wat er niet goed ging? Zelfvertrouwen en het plezier in leren worden door de zwart wit keuzes hiervoor genoemd, bepaald!

Weinig uitdaging versus hoge verwachtingen


Maar ook de thuissituatie heeft natuurlijk invloed. In die omgeving brengen de kinderen de meeste tijd door. Expliciet gedrag van ouders kan op twee manieren worden genoemd: te weinig uitdaging……en dat hoeft ook niet……. En te hoge verwachtingen……..en daar moet je als kind maar aan voldoen. Tussen die uitersten bevinden zich de verschillen. Maar een ding is zeker: als de sfeer thuisen de houding van de ouders en anderen vooral gericht is op wat een kind niet kan, dan is dat de voedingsbodem voor het aanwakkeren van faalangst!

Acceptatie kind


Aspecten die daarbij een rol spelen zoals te hoge verwachtingen of juist te weinig uitdaging, zijn al eerder genoemd. En in dat kader de sfeer in het gezin. De grootste bron voor het voorkomen van faalangst is het gevoel van het kind, dat het volledig door de ouders en anderen in de directe omgeving van het kind, volledig wordt geaccepteerd. Echtscheiding, verlies van een ouder, ruzie tussen ouders, onaangepast gedrag van broer of zus, zorgt voor heftige spanning bij een kind met alle negatieve gevolgen van dien. Hoe vaak worden er complimenten gegeven?En op welke wijze vullen de ouders hun rol in bij het groter groeien van hun kind? Krijgen ze de ruimte om te experimenteren en ‘fouten’ te maken,of volgt er direct een reprimande op een manier dat nieuw initiatief de grond in boort? Zo beschouwd is de gezinssituatie een voedingsbodem voor, in het negatieve geval, het ontstaan van faalangst op verschillende terreinen. Over de betekenis van de school in relatie tot het ontstaan van faalangst, is eerder geschreven.

Signalen


Hoe kun je faalangst signaleren? Naast lichamelijke reacties, zoals transpireren, buikpijn, verkrampen en spanningshoofdpijn kan het in gedrag zichtbaar worden. Afwijkingen van de ‘standaard’, dat wil zeggen wat gemiddeld in de groep waarneembaar is, kunnen in twee richtingen wijzen op een vorm van faalangst. Stil, rustig en/of teruggetrokken gedrag aan de ene en overdreven, op de lachers gericht gedrag aan de andere kant, kunnen faalangst als achtergrond hebben. Zo kun je ook te maken krijgen met agressief en zelfs brutaal gedrag ter compensatie van onzekerheid. Het zijn in feite overlevingstrucs om staande te blijven in een groep. Of ze effectief zijn en de betrokkene echt verder helpen, valt overigens te betwijfelen. Het opkrikken van de zelfwaardering van het kind is een constructievere manier. Hoe krijgt een kind feedback? Op welk moment krijgt het een terugkoppeling en is die positief of negatief van aard? En is die gericht op de uitgevoerde taak of op de persoon zelf. Kinderen hebben veel behoefte aan positieve, taakgerichte feedback. Dat wil niet inhouden dat er geen kritiek gegeven mag worden. Kinderen moeten ook leren daarmee om te gaan. Dat lukt gemakkelijker als de sfeer waarbinnen geopereerd wordt gekenmerkt wordt door respect en waardering voor elkaar. En als de boodschap vooral gericht is op het verbeteren van de prestaties.

Lage zelfwaardering


Faalangstige kinderen hebben een lage zelfwaardering. Ze zijn bang voor mislukkingen en zullen op de uitnodiging van de leerkracht om iets te zeggen of voor te doen, niet ingaan. Ze gaan niet in op uitdagingen en waarderen hun eigen mogelijkheden negatief. En dan te bedenken dat juist de zelfwaardering van leerlingen bepalend is voor het succes op school! Welke invloed heeft de leerkracht op het voorkomen dan wel verminderen van faalangstbij leerlingen? Het zijn op zichzelf min of meer vanzelfsprekende aspecten die toch niet in alle gevallen in de praktijk worden ingezet/ toegepast. Ter afsluiting van dit artikel 3 'vluchtige' tips. Schroom niet om door te pakken en professionele advies in te winnen.

1. Persoonlijke aandacht


Geef de leerlingen persoonlijke aandacht en geef ze het gevoel dat ze erbij horenen dat je blij bent met ze. Dat laatste moet wel gemeend zijn, anders prikken leerlingen dat zo door.

2. Begrip voor ongewenst gedrag


Toon begrip voor een bepaald (ongewenst) gedrag en corrigeer ongewenst gedrag op een professionele manier. Boos en negatief reageren heeft een averechts effect en is zeker niet gericht op het opbouwen van een relatie. En juist vanuit die goede relatie met de leerkracht gaat een faalangstig kind zich zekerder voelen.

3. Inrichting en afspraken klas


Daar draagt de inrichting van de klas, de afspraken die samen worden gemaakt en de verantwoordelijkheid die wordt gedeeld, ook zeker toe bij. In zo’n omgeving wordt er gewerkt aan het opbouwen en vergroten van het zelfvertrouwen. Zeker meer dan de moeite waard!


Reacties

Wees de eerste om te reageren...

Laat een reactie achter
* Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.