Onderscheidend assortiment, eigentijdse vormgeving

Anti-pestprogramma 'Spijt!', een review

De tienerfilm ‘Spijt!’ is gebruikt in een lespakket over het stoppen van pesten. Dit anti-pestprogramma, de Prima-methode, is één van de negen door staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker goedgekeurde programma's. Stam nam het programma onder de loep.

De Nederlandse tienerfilm ‘Spijt!’ uit 2013 van Dave Schram gebaseerd op het gelijknamige boek van Carry Slee, is gebruikt in een lespakket over het voorkomen of stoppen van pesten. Dit anti-pestprogrammapakket, de Prima-methode genoemd, is onlangs goedgekeurd door een onafhankelijke commissie die op verzoek van de Staatsecretaris van Onderwijs Sander Dekker bestaande lesprogramma’s heeft beoordeeld. De Prima aanpak is een schoolbrede aanpak waarbij iedereen die te maken heeft met pesten wordt betrokken: ouders, leerlingen en alle personeelsleden van school.

Spijt!, een lespakket over het voorkomen of stoppen van pesten

Het Prisma-lespakket behoort bij de Kenmerkreeks en is gemaakt in opdracht van VeiligheidNL met steun van Stichting Kinderpostzegels Nederland. Het lespakket is bedoeld voor leerlingen uit de bovenbouw van het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs.

De helder geschreven docentenhandleiding start met ‘waarom een lespakket over het voorkomen of stoppen van pesten’ noodzakelijk is:

‘Een veilige en positieve sfeer in de klas is van groot belang voor goed onderwijs. Kinderen die zich prettig voelen en zichzelf kunnen zijn, kunnen de beste leerprestaties leveren. Uit onderzoek komt naar voren dat er helaas veel gepest wordt. Uit onderzoek blijkt dat zeker 10% van de kinderen actief met pesten bezig is en 10 tot 15 % van de kinderen is slachtoffer van pestgedrag. Het is algemeen bekend dat pesten grote gevolgen kan hebben voor de slachtoffers. Het is belangrijk om zich hiervan bewust te zijn en om te beseffen dat u, als leerkracht, initiatief moet nemen om de sfeer in de groep goed te houden of te krijgen. Het Prima-lespakket gaat ervan uit dat er binnen een klas zes groepen kinderen een rol spelen met betrekking tot pesten: je hebt de pester(s), de gepeste(n) en een grote groep omstanders die te verdelen is in meelopers, aanmoedigers,verdedigers en buitenstaanders. Deze groepen zijn samen met u verantwoordelijk voor de sfeer in de klas’.


Zoals gesteld is het lespakket gekoppeld aan de film ‘Spijt!’, die als een rode draad door alle hoofdstukken van het leerlingenboekje heen loopt. De film speelt zich af in de tweede klas van de middelbare school en laat zien hoe Jochem, een beetje dikke jongen, systematisch door een drietal uit zijn klas wordt gepest. Dat leidt uiteindelijk tot zelfdoding, een heftig gegeven zeker voor kinderen van de basisschool. Het is niet verplicht om de film voorafgaand aan de lessen te zien. Citaten uit de film worden wel ingezet bij sommige opdrachten. Dat geldt ook voor de beelden die zijn opgenomen in de handleiding en in het boekje.

Het leerlingenboekje bestaat uit zes hoofdstukken, met per hoofdstuk een aantal opdrachten die gerelateerd zijn aan de inhoud. Hoofdstuk 1 gaat in op de verschillen tussen plagen en pesten, waarbij het verschil daartussen vooral zit in het opzettelijk iemand verdriet of pijn doen. Hoofdstuk 2 beschrijft de verschillende rollen die te onderscheiden zijn als er in een klas gepest wordt. De gepeste(n) en de pester(s) so-wie-so, maar de groepen daaromheen ook: de meelopers, de aanmoedigers, de verdedigers en de buitenstaanders. Wat doe je als er iemand in je klas gepest wordt? Ga je meedoen, omdat je dat wel stoer vindt of omdat je bang bent dat je anders niet meer meetelt in de groep? Durf je er iets van te zeggen tegen de pester(s)? Misschien doe je wel helemaal niets om wat voor reden dan ook. Hoofdstuk 3 heeft als kop: ‘Pesten doet pijn’ en dwingt je je in te leven in iemand die gepest wordt. Probeer je te verplaatsen in hem of haar en ‘hoe’ dat voelt. Dit kan helpen om alleen of samen met anderen de pester op zijn gedrag aan te spreken. Hoofdstuk 4 gaat in op cyberpesten, een vorm van pesten die de laatste jaren vaker voorkomt. Cyberpesten is vaak net zo erg als andere vormen van pesten. Soms zelfs erger, omdat de pester anoniem kan blijven en daardoor gemenere dingen kan zeggen of doen. In hoofdstuk 5 wordt met elkaar gezocht naar mogelijkheden om pesten te voorkomen of tegen te gaan. Zo komen er tips voor de verschillende roldragers in de groep. In het laatste hoofdstuk worden allerlei opdrachten uitgevoerd die tot doel hebben om alle inspanningen die op het gebied van pesten binnen de klas zijn gedaan te delen met de rest van de school, met de ouders en met de naaste omgeving van de kinderen. Hoe sterker het geluid tegen pesten klinkt, hoe groter de kans dat de aandacht voor en het verzet tegen dit verschijnsel blijft, hoe meer kinderen daardoor geholpen kunnen worden!

Ook het leerlingenboekje start met een waarom voor een lessenserie over pesten is gekozen. Daarin wordt ingezoomd op de verantwoordelijkheid die iedere leerling draagt:

‘Iedereen krijgt wel eens met pesten te maken. Misschien ben je zelf ooit gepest of ken je iemand die gepest wordt. Heel jammer, want een gezellige en positieve sfeer in de groep en in de hele school is voor iedereen fijn. Je voelt je prettiger en je kunt beter leren in een veilige omgeving waar je niet bang hoeft te zijn. Misschien word je zelf nooit gepest en pest jij ook niet, maar doe je wel mee met de pester of moedig je de pester aan. Of misschien zeg je helemaal niets als je ziet dat er gepest wordt in de klas. Iedereen is verantwoordelijk voor een goede sfeer. In dit boekje leer je hoe je er met elkaar voor kunt zorgen dat er niet gepest wordt in de klas of dat het pesten stopt’.


Het leerlingenboekje is gemakkelijk op te splitsen in zes lessen, elk van ca. 45 minuten. Hoe die te plannen – een les in de week of verdeeld over een langere periode – daarin is de leraar vrij. Het voordeel van dicht bij elkaar plannen met daardoor een gemakkelijker overgang van onderwerp naar onderwerp, versus een planning met grotere tussenpozen waardoor het onderwerp langer blijft rond zoemen. De leraar kiest. Om in de loop van het jaar opnieuw de aandacht te vestigen op ‘dit probleem’ is nog aanvullend lesmateriaal opgenomen.

Het totale pakket is zodanig samengesteld en vormgegeven dat iedere leerkracht ermee aan de slag kan én moet! Zelfs wanneer je er van overtuigd bent dat er in jouw klas/groep niet gepest wordt, het is het meer dan waard om de inhoud te gebruiken. En of het werkt? Probeer daar in de praktijk achter te komen. Vergeet daarbij het belang van een schoolbrede aanpak niet: samen sta je sterker!

Reacties

Wees de eerste om te reageren...

Laat een reactie achter
* Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.